Scroll Top

Landschapsfotografie

Landschapsfotografie

Zodra je de deur uitstapt, bevind je je in een landschap. Het is niet voor niets dat we allemaal weleens een landschap hebben gefotografeerd. Landschappen zijn namelijk ook prima te fotograferen met je smartphone.
Wikipedia geeft de volgende definitie van het begrip landschap: Landschap is in de geografie een uitgestrekt stuk land dat zich als een zelfstandig geheel onderscheidt van aangrenzende gebieden. Er zijn echter verschillende definities van het begrip landschap in omloop, en daarom worden een aantal terugkerende elementen nog eens beschreven: In de meeste definities gaat het om de zichtbare elementen van de omgeving (het totaalbeeld), een bepaalde regio (het gebied), processen (fysische, biologische en menselijke activiteiten) en de relaties tussen deze elementen (het systeem) en de resultante hiervan (het patroon).

Hieruit kunnen we opmaken dat zowel aaneengesloten bebouwing (woonwijk, winkelcentrum, stad etc.) evengoed de term landschap mag dragen als dat wat we wellicht meer als landschap ervaren, namelijk het buitengebied: alles buiten de aaneengesloten bebouwing.

Landschapsfotografie is volgens de leer van de fotografie een vorm van natuurfotografie waarbij het landschap centraal staat. Als je deze uitleg volgt, valt de aaneengesloten bebouwing af.
Verwant aan het bovenstaande is cityscapefotografie, of stadsfotografie, waarin de aaneengesloten bebouwing in het landschap centraal staat. Of, zoals diverse bronnen het wat mooier uitdrukken: de door de mens gemaakte constructies in open ruimtes.

In de praktijk kan het ook een mix van beide zijn, denk bijvoorbeeld aan een ruïne in een veld of bosgebied.

Omdat ik in mijn fotografie best een duidelijk onderscheid maak tussen landscape en cityscape, richt ik mij in deze blog op landschapsfotografie in de natuur. Uitzonderingen daargelaten, zoals bruggen, windmolens, elektriciteitsmasten etc.

Een typische landschapsfoto, maar toch met een door mensen gemaakt element op de voorgrond. De Ketelbrug bij zonsondergang.
ISO: 100, Diafragma: f/4, Sluitertijd: 1/20 sec.

Een typische cityscape foto. Het landschap van een stad, volledig door mensenhanden gemaakt. Nyhavn, Kopenhagen.
ISO: 200, Diafragma: f/11, Sluitertijd: 1/400 sec.

Benodigdheden

Wat heb je nodig bij landschapsfotografie, of beter gezegd, wat is handig. Om maar meteen die open deur in te trappen: een camera. Dat kan je smartphone zijn, een compactcamera, systeemcamera, DSLR (spiegelreflex-) camera of een drone. In essentie is dat voldoende, zeker als je onder ideale omstandigheden fotografeert. Toch zijn er toebehoren die erg handig kunnen zijn bij landschapsfotografie. Ik noem er een aantal.

Het objectief

Iedereen die niet met een DSLR of systeemcamera fotografeert zal nu misschien afhaken of denken dat dit niet op hen van toepassing is. Toch is het bij alle camera’s handig om wel te kijken naar het objectief.

Een smartphone heeft standaard een groothoeklens. Ideaal voor landschappen. Maar voor smartphones zijn ook opzetlenzen verkrijgbaar, zodat je kunt variëren in groothoek, tele of macro. Ik heb er zelf geen ervaring mee, maar ik hoor er wel positieve verhalen over van anderen. Een alternatief is, als je veel met je smartphone wil fotograferen, kiezen voor een smartphone die van zichzelf al meerdere lenzen heeft. Zo heb ik een iPhone 11 Pro Max, die een ultra-groothoek, een normale groothoek en een telelens heeft. De macromodus in de software maakt dat ik geen macrolens nodig heb.

Een compactcamera (en bridgecamera) heeft van zichzelf een zoomlens van groothoek tot tele. Wil je veel landschappen fotograferen, let dan op de hoeveelheid groothoek, oftewel het aantal millimeters van de lens. Hoe minder millimeters, hoe meer groothoek. Hoewel de huidige generatie smartphones echt prima foto’s maken en fabrikanten het ook steeds meer als een belangrijk onderdeel gaan beschouwen en zich er meer op gaan toeleggen, blijft de kwaliteit ten opzichte van de huidige generatie fotocamera’s altijd iets achter. Dat heeft vooral te maken met de grootte van de sensor. Namelijk, hoe groter de sensor, hoe beter de kwaliteit van de foto’s. De sensor van een compact camera is groter dan die van een smartphone. Fotografeer je veel en gevarieerd, dan is het zeker het overwegen waard om een compactcamera aan te schaffen.

De systeemcamera en spiegelreflexcamera (DSLR) hebben een losse body en objectieven. Beide typen camera’s geven je dus de meeste flexibiliteit als het gaat om objectiefkeuze. Bij beide camera’s valt nog een onderscheid te maken tussen fullframe camera’s en cropcamera’s. Een fullframe camera maakt gebruik van de complete beeldhoek van het objectief. Dus als je fotografeert met een 50mm lens, dan is de weergegeven beeldhoek ook 50mm. Fotografeer je met een cropcamera, dan krijg je de beeldhoek van 50mm maal de cropfactor. Als je cropfactor 1,6 is, dan is de weergegeven beeldhoek dus 80mm. Een fullframe camera heeft een grotere sensor dan een cropcamera. Wil je gebruik maken van ultra-groothoek, dan zal dat effect alsnog verloren gaan bij een cropcamera.
Als je je wil toeleggen op landschapsfotografie, is het dus aan te raden om te kijken naar de aanschaf van een fullframe systeemcamera of DSLR.
Qua objectieven zijn de groothoek- en ultra-groothoeklenzen aan te raden. Toch kan het handig zijn om wel te kunnen inzoomen om de mogelijkheden voor de compositie te vergroten. Ik fotografeer zelf met een fullframe DSLR en heb voor de landschapsfotografie een 24-105mm. objectief, wat mij dus de mogelijkheid geeft wel in te zoomen.

Een statief

Hoewel ik persoonlijk vindt dat een statief niet echt noodzakelijk is bij landschapsfotografie, weet ik dat er landschapsfotografen zijn die vinden dat je een landschapsfoto altijd met behulp van een statief moet nemen. Zoveel mensen, zoveel meningen. Je moet vooral doen wat je zelf prettig vindt.

Er zijn echter situaties waarbij een statief wel een aanrader is of zelfs noodzakelijk. Dat zijn o.a. situaties waarin je met een lange sluitertijd gaat werken, in situaties met slecht licht en als je in het donker gaat fotograferen.
Er is een heel gemakkelijk rekensommetje waarmee je kunt uitrekenen bij welke sluitertijd je beter een statief kunt gebruiken: 1 gedeeld door het aantal millimeters. Dus als je fotografeert met 24 mm. is de minimale sluitertijd waarbij je nog uit de losse hand kunt fotograferen 1/24 sec. Uiteraard is het hierbij wel van belang dat je een vaste hand hebt.

Er zijn twee soorten statieven:

  • De driepoot (tripod: het statief wat op zichzelf kan staan en je gebruikt in situaties waarbij je niet meer uit de losse hand kunt fotograferen.
  • De eenpoot (monopod): een statief wat niet op zichzelf kan staan en je vooral gebruikt als steun. Een monopod wordt veel gebruikt bij macro en wildlife-fotografie als steun om bewegingsonscherpte te voorkomen maar wel met behoud van de flexibiliteit om mee te bewegen met het onderwerp. Ook bij landschapsfotografie kan het handig zijn als steun om de camera stil te houden.

Statieven zijn er voor systeemcamera’s en spiegelreflexcamera’s, maar ook voor compactcamera’s en smartphones. Meer over statieven lees je hier.

Filters

Ik ga het hebben over vier soorten filters: UV-filter, polarisatiefilter,  grijsverloopfilter en het grijsfilter.

UV-filter

Een UV-filter wordt vaak gebruikt als bescherming van het glas van je objectief. Een UV-filter optimaliseert het contrast en gaat een blauwe waas tegen als je fotografeert in een omgeving met veel ultraviolet (UV) licht. Hou er rekening mee dat met tegenlicht een filter kan zorgen voor ongewenste reflecties. Een zonsondergang waarbij je de zon op je foto wil, kun je dus het beste maken zonder filter.

Polarisatiefilter

Met een polarisatiefilter worden blauwtinten blauwer en komen wolken beter uit in de lucht. De kleuren worden wat meer verzadigd. Door aan een polarisatiefilter te draaien heb je invloed op reflecties.
Een polarisatiefilter is dus vooral een aanrader op relatief zonnige dagen. Hou er wel rekening mee dat het filter een regenboog bijna helemaal wegfiltert.

Grijsverloopfilter

Een grijsverloopfilter is een filter waarbij de ene helft donkerder is dan de andere helft, die neutraal is. Bij een grijsverloopfilter houdt slechts een deel van het filter het aanwezige licht tegen. Een grijsverloopfilter wordt veel gebruikt in landschapsfotografie om het verschil in licht tussen land en lucht te compenseren.
Als je, bij een landschap, focust op de voorgrond, dan zie je dat de lucht overbelicht is. Andersom, als je focust op de lucht, is je voorgrond onderbelicht. Hoe zonniger het is, hoe meer licht er in de lucht is en hoe groter het verschil dus zal zijn.

Er zijn twee types grijsverloopfilters: de filters die je op het objectief schroeft en de zogenaamde voorzetfilters. Het voordeel van de laatste is dat je de overgang van donker naar licht helemaal zelf kunt bepalen, ze zijn echter wel duurder dan de filters die je erop schroeft.
Grijsverloopfilters kunnen een zachte of harde overgang hebben en variëren in de hoeveelheid licht die ze tegenhouden.

Grijsfilter (ND-filter)

Het grijsfilter, ook wel ND-filter of neutral density filter genoemd, is een filter wat al het aanwezige licht tegenhoudt. Een grijsfilter heeft geen invloed op de kleuren. Hoe donkerder het filter, hoe meer stops licht er tegen wordt gehouden. Vanaf 10 stops wordt wel gesproken van ‘big stoppers’.
Naast de losse filters zijn er ook variabele grijsfilters, die bijvoorbeeld tussen de drie en acht stops licht tegenhouden. Het voordeel daarvan is dat je niet een hele set losse filters hoeft te kopen en niet hoeft te wisselen bij veranderende omstandigheden.

Een grijsfilter bied je de mogelijkheid om te werken met langere sluitertijden. Zo kun je bijvoorbeeld bewegend water veranderen in een zachte massa of de beweging van de wolken in de lucht weergeven.

En verder

Ik kan nog een heel verhaal gaan houden over geschikte kleding en schoeisel, fototassen, lensdoekjes, paraplu’s (niet handig!) en regenhoezen maar het gaat hier over landschapsfotografie en niet over accessoires voor je camera. Iets wat ik nog wel wil benoemen is dat het handig is om te checken waar de zon opkomt en ondergaat ten opzichte van het door jou beoogde landschap als je een opkomst of ondergang wil fotograferen. Maar de positie van de zon ten opzichte van jezelf is ook handig om te weten als het midden op de dag is. Het zou zonde zijn als je om tien uur ‘s ochtends die ene mooie zandverstuiving wil fotograferen en je blijkt dan vol tegenlicht te hebben. Google maps biedt uitkomst, evenals andere kaart-apps. Buienradar en vergelijkbare weer-apps geven je nuttige informatie over de tijden van de zonsopkomst en -ondergang en uiteraard over het weer in het gebied waar je heen wil.

Iets anders wat ik toch even wil benoemen, is dat je altijd de huidige wet- en regelgeving die geldt in het gebied waar je heen wil, moet checken en die natuurlijk niet moet overtreden.

Hierbij is een variabel ND filter gebruikt om de sluitertijd te kunnen verlengen. De Ketelbrug bij zonsondergang.
ISO: 100, Diafragma: f/20, Sluitertijd: 30 sec.

Je kunt het op de foto niet zien, maar hierbij heb ik een grijsverloopfilter gebruikt om zowel de lucht als de voorgrond goed te kunnen belichten. De Ketelbrug bij zonsondergang.
ISO: 640, Diafragma: f/4, Sluitertijd: 1/50 sec.

Compositie

Compositie is bij alles belangrijk, maar bijvoorbeeld bij macrofotografie kan het onderwerp soms de foto al maken. Bij landschapsfotografie kan de keuze van de compositie je foto echt maken of breken. Het mooie van landschapsfotografie is dat, als je tien fotografen een foto laat maken vanaf exact hetzelfde punt, je toch tien compleet verschillende foto’s kunt krijgen van hetzelfde landschap.

Wat je mooi vindt, is uiteraard altijd onderhevig aan je smaak. Laat je je eigen smaak of voorkeuren buiten beschouwing en je bekijkt diverse landschapsfoto’s, dan zul je ontdekken dat je nog steeds de ene foto aansprekender zult vinden dan de ander. Dat is wat compositie met je doet.

Er zijn wat basisregels handig om te weten, daar ga ik zo op in, maar er is één regel die altijd geldt: De horizon dient recht te zijn. Heel vaak zie ik horizons per ongeluk scheef staan op foto’s, maar soms zie ik ook een scheve horizon in een poging creatief te zijn. Beide gevallen zijn ‘not done’ in landschapsofotografie. Een horizon is achteraf met bewerkingssoftware altijd recht te zetten. Daar zijn ook apps voor je smartphone voor.

De regel van derden

Ik heb al weleens eerder geschreven over de regel van derden. Die houdt in dat, als je je kader verdeelt in negen vlakken, je onderwerp altijd op een van de lijnen moet liggen, bij voorkeur op een van de snijpunten.
Bij landschapsfotografie geldt vaak dat de horizon op eenderde of tweederde moet liggen en niet in het midden.

De regel van derden maakt een foto esthetisch aantrekkelijker en prettiger om naar te kijken. Tevens kun je met behulp van deze regel meer nadruk leggen op een onderwerp.
Bij een horizon op eenderde leg je meer nadruk op de lucht, bij een horizon op tweederde juist op de voorgrond. Een boom op een derde van links of rechts legt de nadruk op de boom, maar je foto laat wel zien dat er ook nog iets om die boom heen is, bijvoorbeeld een pad naar die boom. Je foto vertelt daardoor meer verhaal.

Een uitzondering op deze regel is symmetrie. Hierbij is het dan juist weer belangrijk dat je foto ook echt symmetrisch is in de basis.

De meeste camera’s, ook smartphones, hebben de mogelijkheid om een raster over het scherm te leggen zodat je altijd je compositie kunt controleren. Veel camera’s hebben ook een ingebouwde waterpas om te controleren of je horizon wel echt recht staat.

Enkele voorbeelden

De regel van derden, maar ook toegepast in de diagonale lijnen. De horizon ligt op 1/3, het water neemt een derde in beslag, de klif een derde en de lucht ook.
Cliffs of Sleave League, Ierland.
ISO: 125, Diafragma: f/10, Sluitertijd: 1/250 sec.

De horizon op 2/3 waardoor de nadruk op het landschap komt te liggen. De diagonale lijn van de bomenrij trekt je de foto in richting de overkant van het meer.
Drontermeer met uitzicht op Kampereiland.
ISO: 200, Diafragma: f/5, Sluitertijd: 1/240 sec. (drone)

Een landschap zonder horizon. Ook hier zit een soort van driedeling in, maar ook weer diagonale lijnen. De kronkelende paden leiden je naar de gebouwen bovenin de foto.
Museum Schokland, Noordoostpolder
ISO: 200, Diafragma: f/5.6, Sluitertijd: 1/500 sec. (drone)

Hier ligt de niet-zichtbare horizon wel in het midden, maar de herten staan op 1/3 en de lucht is op 2/3. Je oog wordt getrokken naar de roedel herten die je aanstaren op de foto.
Oostvaardersplassen
ISO: 640, Diafragma: f/10, Sluitertijd: 1/1000 sec. 

Belichting

Ik zou een hele aparte blog kunnen wijden aan het onderwerp belichting en wie weet doe ik dat weleens. Het onderwerp licht is al weleens aan bod gekomen.
Net als de compositie is ook een goede belichting essentieel om je foto eruit te laten springen. Een prachtige wolkenlucht die helemaal uitgebeten is, maakt je foto een stuk minder interessant. Een voorgrond die bijna te donker is om de prachtige heide nog te zien, doet bijna onrecht aan het landschap.

Met nabewerking kun je veel, zeker als je in RAW fotografeert, maar toch is het essentieel dat je foto vanaf het begin al zo optimaal mogelijk is.

De belichtingsdriehoek

De belichtingsdriehoek beschrijft de drie aspecten van de belichting. De term driehoek is passend omdat de drie aspecten allemaal invloed hebben op elkaar. Verander je één aspect, dan moet je de andere twee ook veranderen.

Laat je je camera de belichting volledig zelf bepalen (de automatische stand dus), dan zal je camera de belichting altijd op 0 uit willen laten komen. In veel gevallen zul je dat zelf ook willen en dan ga je je belichting dusdanig instellen en controleren aan de hand van de belichtingsmeter op je camera, tot je op 0 uitkomt. Waarom al die moeite doen als je camera het zelf ook kan? Dat is een interessante vraag ik op terug ga komen.
Er zijn ook situaties waarbij je juist niet op 0 uit wil komen, maar de foto iets onderbelicht of juist overbelicht wil hebben. Een vogel vliegend in de lucht belicht je wat over vanwege de hoeveelheid licht in de lucht. Een wolkenlucht wil je soms net wat onderbelichten om de lucht wat dramatischer te maken. En zo zijn er talloze voorbeelden te bedenken.

De belichtingsdriehoek bestaat uit drie aspecten: de ISO-waarde, het diafragma en de sluitertijd.

ISO

De ISO-waarde zegt iets over de lichtgevoeligheid van de sensor. Het licht valt door het objectief op de sensor van de camera. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe gevoeliger de sensor is voor het licht en hoe lichter je foto dus zal zijn. De maximum-waarde verschilt per camera.
Aan een hoge(re) ISO-waarde kleeft wel een nadeel. Hoe hoger de waarde, hoe meer last je kunt krijgen van ruis op de foto. Je foto wordt dan korrelig en oogt minder scherp. Dat is tot op zekere hoogte achteraf weg te werken met bewerkingssoftware, maar het komt de kwaliteit van het eindresultaat niet ten goede.
Hoe groter de sensor, hoe minder snel last je zult hebben van ruis. Nieuwere camera’s worden over het algemeen uitgerust met steeds betere sensors die een hogere waarde aankunnen zonder ruis te produceren.

Een fullframe camera heeft de grootste sensor en zal de minste ruis produceren, een smartphone heeft de kleinste sensor en zal de meeste ruis produceren. Een smartphone is vooral geschikt bij daglicht, al wordt de software van de camera’s op een smartphone steeds beter in het wegpoetsen van ruis.

De ISO-waarde is in te stellen in stops, die steeds verdubbelen. Het begint meestal bij 100, dan 200, dan 400, dan 800 en zo verder. Over het algemeen is het zo dat bij de betere camera’s je vanaf ISO 800 de eerste ruis kunt verwachten, maar voor de nieuwste generatie fullframe sensoren is dit wat achterhaalt en ligt die waarde hoger.

Sluitertijd

De sluitertijd is de tijd die de sluiter openstaat om licht door te laten in de camera. Hoe langer de sluiter openstaat, hoe meer licht er op de sensor valt. Hoe langer de sluiter openstaat, hoe meer beweging er vastgelegd wordt op de foto. Hoe korter de sluitertijd, hoe meer je je onderwerp ‘bevriest’ op de foto. Een vliegende foto vastgelegd met een sluitertijd van 1/1000 sec. kan volledig scherp op de foto staan waardoor het net lijkt of hij volledig stil in de lucht hangt, terwijl je met een sluitertijd van 1/500 sec. je bewegingsonscherpte in de vleugels ziet waardoor je als kijker ziet dat de vogel vliegt. De sluitertijden zijn voorbeelden, geen stelregel.

Veel landschapsfoto’s zijn stillevens. In de foto zie je dan geen verschil of die gemaakt is met een sluitertijd van 1/60 sec. of 1/600 sec. (mits de andere aspecten van belichting goed zijn ingesteld).

De belichtingsdriehoek, uitgelegd op een hele heldere manier.

Geen landschapsfoto, maar deze foto laat wel de invloed van de sluitertijd en het diagrafma zien. Door de sluitertijd wat langer te houden zie je beweging in de vleugels. Door een groter diafragma is de achtergrond mooi onscherp en wordt de ijsvogel geïsoleerd van zijn omgeving. Bij een landschap wil je juist vaak een hele grote scherptediepte, hier is juist sprake van een kleine scherptediepte.
ISO: 640, Diafragma: f/8, Sluitertijd: 1/200 sec.

Landschapsfotografie

Zoals uit voorgaande voorbeelden al blijkt zijn water en bruggen bij mij wel favoriet, vooral het stekje bij de Ketelbrug. Doordat ik er vaak kom, heb ik veel bruikbare voorbeelden voor dit onderwerp. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik geen ander materiaal heb.

In dit hoofdstuk geef ik aan de hand van wat voorbeelden wat tips en mijn kijk op landschapsfotografie. Hopelijk geeft het jullie wat inspiratie voor je eigen foto’s. Uiteindelijk leer je door het te doen en door ook naar materiaal van anderen te kijken.

Een landschap met uitgebloeide heide en bomen die de eerste herfstkleuren vertonen. Een vrij saai landschap. Op deze foto zijn het de schapen die de foto toch interessant maken. Realiseer je dat mensen in je landschap niet storend hoeven te zien, maar je foto juist interessant kunnen maken. Datzelfde geldt voor dieren.
Op deze foto ligt de horizon op 1/3 waardoor de nadruk op de heide komt te liggen en je als kijker gaat zoeken wat daar te zien is. Dan ontdek je een groepje schapen in de verte en twee schapen die elk naar iets kijken waar je als kijker naar moet raden. De foto vertelt op deze manier dus een verhaal.

ISO: 200, Diafragma: f/7.1, Sluitertijd: 1/160sec.

Op deze foto ligt de horizon in het midden maar toch word je aandacht als eerste getrokken naar het strand en loop je als vanzelf mee met de eenzame man die in de verte staat te staren. Deze foto had ik als mislukt beschouwt als die man daar niet had gestaan. Nu vraag ik me af waar hij naar staart of wat hij daar aan het doen is.
Door de paar schapenwolkjes in de lucht en een lichte weerspiegeling ervan in het water is het niet heel erg dat de horizon vrijwel in het midden ligt.

ISO: 200, Diafragma: f/14, Sluitertijd: 1/400 sec.

Een heel ander landschap, zonder zichtbare horizon. Een perceel gerst met een mooie bomenrij en ook nog een mooie wolkenlucht. Door het grote diafragma is de gerst op de voorgrond onscherp, wat meer diepte aan de foto geeft. De spuitsporen in de gerst maken een mooi lijnenspel en nemen je mee naar boven, naar de bomenrij. Wat er achter die bomenrij is, daar moet de kijker naar raden. Wat wel duidelijk is, is dat deze foto in het voorjaar genomen is.
Had de lucht meer ruimte gekregen op deze foto, dan had het teveel afgeleid van de gerst en de bomenrij, terwijl die juist de hoofdrol hebben op de foto.

ISO: 200, Diafragma: f/5, Sluitertijd: 1/1600 sec.

Het heuvelachtige Duitse eiland Rügen in de herfst. De dreigende wolken op 2/3, het landschap op 1/3. Toch word je oog getrokken naar de voorgrond en dat komt omdat er een trekker aan het werk is. Had die trekker daar niet gereden, dan was de foto totaal niet interessant geweest (wel mooi vanwege het licht). De trekker rijdt dan weer op 1/3, wat deze foto dus laat voldoen aan de regel van derden op meerdere manieren. Deze foto vertelt het verhaal van een akkerbouwer die nog gauw het werk klaar wil hebben voordat het gaat regenen, getuige de dreigende lucht.

ISO: 160, Diafragma: f/10, Sluitertijd: 1/400 sec.

Een drone is natuurlijk ideaal voor landschapsfoto’s, omdat je heel veel landschap kunt vastleggen. Desalniettemin is het een hele andere tak van sport.
Op deze foto veel percelen tulpen. De wegen lopen diagonaal tussen de percelen door en links zien we de A6 met in de verte de Ketelbrug. We zien een rij windmolens en daarachter de horizon met in de verte Oostelijk Flevoland. De horizon ligt keuring op 1/3 en je aandacht wordt in eerste instantie getrokken naar het perceel tulpen op de voorgrond. Vooral het geel trekt de aandacht. Op deze foto is heel veel te zien, maar het is niet chaotisch.

ISO: 200, Diafragma: f/6.3, Sluitertijd: 1/800 sec.

Zo kan ik nog talloze voorbeelden geven, maar kijk vooral eens op mijn website bij de categorieën natuur en reizen.
Zoek in het landschap naar interessante kenmerken die als onderwerp kunnen dienen. Een eenzame boom, de structuur van het zand op het strand, een wandelaar in de verte, een trekker aan het werk, etc. Iedereen kan een foto maken van een mooie lucht of een mooi landschap, maar een landschapsfoto is méér dan dat.
Je kunt er ook op een creatieve manier mee omgaan, zoals spelen met lange sluitertijden, ook wel long exposure genoemd. Ik schreef er al eerder een blog over.

Bedenk dat je foto altijd een verhaal moet vertellen en bedenk dat voordat je de foto gaat maken. Het helpt je namelijk bij het zoeken naar een goede compositie. Blijf daarbij niet op één plek staan, maar beweeg, zak door je knieën, hou je camera eens boven je hoofd. Zet een stap naar links of naar achteren. Ik hoor weleens dat fotograferen zo makkelijk is, je drukt op een knopje en klaar maar weer. Zo simpel is het echter niet. Er zijn zelfs fotografen die inclusief voorbereiding wel een dag doen over 1 perfecte foto.

Dat is misschien het andere uiterste, maar het geeft wel aan dat het meer is dan alleen maar richten en schieten.

Oefening baart kunst. Kijk kritisch naar je eigen werk en naar dat van anderen. Daar leer je echt van, is mijn ervaring. Veel fotografen zitten op Flickr, dat vind ik een aanrader.

Vragen, aanmerkingen of wil je wat anders delen? Neem dan contact met me op. Tips voor een nieuwe blog? Ook die hoor ik graag.

Meer series

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.