Scroll Top

Macrofotografie: de wereld in detail

Macrofotografie: de wereld in detail

Iedereen ziet wel iets van natuur om zich heen. Daarin zie je ook wel details, maar lang niet iedereen merkt ook de kleinste dingen op. De nerven van een blad, de individuele sprietjes van het mos, de kleine druppels na een miezerbui. En wie weet dat die irritante vlieg in huis er van dichtbij eigenlijk best mooi uitziet, of dat een vlinder behaard is? Het zijn de dingen die mij aantrekken in macrofotografie. Het mooie ervan is dat je het in elk seizoen kunt doen. In de winter is rijp bijvoorbeeld erg mooi om te fotograferen, je kunt kristallen van dichtbij in beeld brengen. In het voorjaar is de bloesem een van mijn favoriete onderwerpen. In de zomer natuurlijk insecten, en in de herfst paddenstoelen. Maar het hele jaar door zijn er natuurlijk ook de bloemen en planten om je mee te vermaken.

In deze blog probeer ik wat meer te vertellen over deze tak van sport.

Wat is macrofotografie

Wikipedia geeft op die vraag de volgende definitie:

Macrofotografie is het fotograferen op korte tot zeer korte afstand van onderdelen van mensen, dieren, planten of voorwerpen, met de bedoeling ze zo groot mogelijk af te beelden, zodat details zichtbaar worden die met het blote oog moeilijk of niet waarneembaar zijn. We spreken van macrofotografie wanneer de vergroting groter of gelijk is aan één. Wanneer de vergroting kleiner is dan één, spreken we over een close-up. Of anders gezegd: wanneer het beeld op film/sensor groter of gelijk is aan het gefotografeerde voorwerp, spreken we van macrofotografie.

Deze definitie geeft meteen het verschil weer tussen macro en close-up, twee termen die nogal eens door elkaar worden gebruikt. Waar de exacte scheidslijn ligt, wordt bepaald door een berekening aan de hand van een formule. Meer daarover kun je hier lezen.

Omdat het doel van dit artikel niet het per onderwerp en situatie wiskundig bepalen of het macro of close-up is, zullen de foto’s dat zelf moeten aantonen. Het eerste deel van bovengenoemde definitie geeft een duidelijk kader aan.

Close-up van een ijsvogel. Ondanks dat bij deze foto zeker details waarneembaar zijn die met het blote oog niet zichtbaar zijn, voldoet deze foto niet aan de definitie voor macrofotografie.
IJsvogel in de Lepelaarplassen (ISO: 640, f-stop: 7.1, belichtingstijd: 1/500 sec.)

Macro-foto van een vlinder. In dit voorbeeld is duidelijk te zien dat de foto details weergeeft die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Het vlindertje zelf is bovendien zo klein dat je hem gemakkelijk over het hoofd ziet.
Icarusblauwtje in Swifterbant (ISO: 400, f-stop: 5, belichtingstijd: 1/250sec.)

Wat heb je nodig

Bij macrofotografie werk je altijd op hele kleine afstand van je onderwerp. Daarom gebruik je bij macrofotografie een objectief waarbij de minimale scherpstelafstand heel klein is. De minimale scherpstelafstand is de minimale afstand tussen onderwerp en objectief, waarbij je nog kunt scherpstellen. Dergelijke objectieven worden, hoe logisch ook, macro-objectieven genoemd.
In deze alinea bespreken we de specifieke benodigdheden. Het mag vanzelf spreken dat, in geval van een camera met verwisselbare objectieven een body noodzakelijk is. Verder natuurlijk voldoende accu’s en geheugenkaartjes.

Objectieven

Een macro-objectief is dus een objectief met een kleine minimale scherpstelafstand. Vaak is dat enkele centimeters.
Macro-objectieven heb je met verschillende brandpuntafstanden. Meestal heeft het objectief een vaste brandpuntafstand, dat wil zeggen dat je er niet mee kan in- of uitzoomen. Ik gebruik zelf een objectief met een brandpuntafstand van 100 mm.
Macro-objectieven zijn vaak lichtsterk, dat wil zeggen dat het diafragma heel open kan. Hiermee kun je dus ook een hele kleine scherptediepte creëren, waardoor je je onderwerp goed kunt isoleren van de omgeving.
Objectieven heb je vaak met en zonder beeldstabilisatie. Fotografeer je altijd vanaf statief, dan kun je prima zonder beeldstabilisatie. Objectieven zonder beeldstabilisatie zijn vaak goedkoper. Fotografeer je ook vanuit de losse hand, dan is beeldstabilisatie eigenlijk onmisbaar, zeker als het licht niet optimaal is, zoals bijvoorbeeld in het bos het geval kan zijn.
Meer over macro-objectieven kun je o.a. hier lezen.

Statieven

Een statief is erg makkelijk voor onderwerpen die niet bewegen, zoals bloemen of paddenstoelen. Hoewel de wind natuurlijk wel beweging kan geven, zullen ze niet zo snel uit zichzelf weglopen. In mijn ervaring staan paddenstoelen in het bos niet altijd op plekken waar veel licht is. Dan kun je of de ISO-waarde van je camera heel hoog zetten, maar dan loop je wel het risico op veel ruis in je foto. Een statief helpt je dan om acceptabelere belichtingsinstellingen te gebruiken.
Uiteraard kun je ook een statief gebruiken bij levende onderwerpen, zoals insecten, maar daarbij loop je wel het risico dat, eer dat jij je statief hebt opgesteld, je onderwerp besluit dat het bloemetje verderop ook erg lekker is. Het alternatief is natuurlijk dat je gaat wachten op een plekje tot je onderwerp komt aanvliegen.

Statieven heb je ruwweg in twee varianten: de tripod of driepoot, en de monopod of eenpoot. Een tripod geeft je de gelegenheid om een compleet stabiele opstelling te maken waarbij je camera dus helemaal niet kan bewegen. Een monopod geeft je extra steun bij het fotograferen, maar daarmee behoudt je wel de flexibiliteit om snel te bewegen en te reageren op je onderwerp.
Statieven heb je in verschillende groottes, materialen en andere specificaties. Het gaat te ver om daar nu verder op in te gaan. Meer over statieven kun je o.a. hier lezen.

Filters

Een filter wat nuttig kan zijn is een polarisatiefilter. Dit filter laat alleen gepolariseerd licht door, de kleurverzadiging van de foto wordt wat versterkt, het filter beïnvloedt de zichtbaarheid van spiegelingen en reflecties. Het nadeel van een polarisatiefilter is dat het één tot twee stops lichtverlies. Het versterken van de kleurverzadiging is een voordeel bij macrofotografie. Meer over polarisatiefilters lees je hier.

Flitsers

Ik schreef al eerder dat onderwerpen bij macrofotografie zich niet altijd bevinden in de beste lichtomstandigheden. Een flitser kan je hierbij helpen. Ideaal bij macrofotografie is een ringflitser. Een ringflitser plaats je, net als een filter, voor je objectief zodat je van dichtbij kunt flitsen. Je hebt ze uiteraard weer in diverse varianten en prijsklassen. Wat ik persoonlijk erg fijn vindt is als een ringflitser ook constant aan kan staan en ook in secties kan flitsen zodat ik ook een onderwerp van één kant kan belichten hiermee. Meer over ringflitsers kun je o.a. hier lezen.

Afstandsbediening

Als je veel laag bij de grond fotografeert vanaf statief, je belichtingsinstellingen zodanig zijn dat je elke beweging van de camera moet voorkomen of je het gewoon handig vindt, kan een afstandsbediening gemakkelijk zijn. Dat kan een afstandsbediening zijn die je aansluit op de camera, maar veel camera’s zijn tegenwoordig ook via een app op je smartphone te bedienen. Bekijk de handleiding van je camera voor de mogelijkheden.

Smartphones en camera’s met een vast objectief

In bovenstaande heb ik het alleen over camera’s met verwisselbare objectieven, systeemcamera’s en spiegelreflexcamera’s (DSLR). Er zijn echter ook genoeg mensen die graag een macrofoto willen maken met hun compact camera’s en smartphones.

Ga je een compact camera kopen en wil je daar ook macrofoto’s mee maken, let dan vooral op de minimale scherpstelafstand van objectief tot onderwerp. Is die 10 centimeter of minder, dan kom je al een heel eind. Dan telt ook nog het aantal millimeters mee, maar compact camera’s hebben over het algemeen een behoorlijk zoombereik, dus dat zou geen probleem moeten vormen. Een compact camera heeft doorgaans een diafragma wat vrij open kan.

Een smartphone heeft geen zoom, en zelfs de telelensjes komen zeker niet boven de 100 mm. Meer over fotograferen met je smartphone kun je in een eerdere blog lezen. Een kleine scherptediepte zoals bij macrofoto’s gewenst is, is met een smartphone dan ook niet te behalen. Hoewel veel camera-apps weliswaar een modus hebben voor macrofoto’s, is het resultaat meestal toch echt een close-up. Softwarematig kan wel een wazige(re) achtergrond gecreëerd worden, maar je zult zien dat dit toch anders is dan een technisch gecreëerde wazige achtergrond. Door het gebrek aan millimeters kun je doorgaans ook niet dicht genoeg bij je onderwerp komen voor een echte macrofoto.

Conclusie

We kunnen dus stellen dat een macro-objectief het belangrijkste is. Die heb je in veel prijsklassen en soorten, dus ook met een laag budget vind je wel een objectief waarmee je aan de slag kunt. En kijk ook eens naar de tweedehandsmarkt. Grote aanbieders zoals Kamera Express en CameraNU bieden occasions aan die nagekeken zijn op eventuele mankementen, maar ook op Marktplaats zijn voldoende betrouwbare aanbieders te vinden.

De opstelling bij het maken van een macrofoto van paddenstoelen. Hier gebruik ik een tripod maar wel zodanig dat de camera heel laag bij de grond staat. Om niet te hoeven bukken verder gebruik ik mijn smartphone als afstandsbediening.

Een close-up van het icarusblauwtje, genomen met de smartphone. Hierin zie je duidelijk dat de scherptediepte te groot is en de lens te weinig millimeters heeft. Tijdens het maken had ik de mazzel dat de vlinder me zo dichtbij liet komen.

En dan op pad; de daadwerkelijke macrofotografie

Voorbereiding

Een foto maken begint natuurlijk met het bedenken van wat je onderwerp moet zijn. Daarna ga je bedenken hoe de foto er volgens jou uit zou moeten komen te zien. Probeer dat idee ook na te streven, maar sta ook open voor andere composities. Soms blijkt je idee in de praktijk toch niet aan je verwachtingen te voldoen en is een andere compositie juist veel mooier.

Als je je onderwerp hebt bepaald, dan is het zaak om het moment te bepalen. Op een dag dat er een hele harde wind staat heeft het niet zoveel zin om een macrofoto te gaan maken van een insect in het veld of een bloem in de tuin, tenzij die bloem heel erg beschut staat. Voor vlinders moet het warm genoeg zijn om te vliegen en ze moeten in die periode ook wel actief zijn, insecten zul je bijna niet vinden in de winter en zo zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken. Meer informatie over vlinders en insecten vind je o.a. hier.

Neem al je benodigd materiaal mee en zorg er ook voor dat je voldoende tijd hebt voor je foto. Zeker bij levende onderwerpen zoals insecten duurt het soms even voor ze ook daadwerkelijk meewerken.

Instellingen

Eenmaal op plek van bestemming en opgesteld, ga je je camera instellen. Bij onderwerpen zoals een bloem kun je meteen aan de slag met je onderwerp en gaandeweg tot de goede instellingen komen. Let er bij de sluitertijd op dat die niet te lang is zodat je bewegingsonscherpte krijgt door de wind. Bij veel zon midden op de dag kan het handig zijn een ringflitser te gebruiken om de schaduw in te flitsen als die schaduw geen gewenst onderdeel uitmaakt van je foto. In het bos is een ringflitser sowieso handig om mee te nemen. Bij macrofotografie ben je geneigd je diafragma zo open mogelijk te zetten om zoveel mogelijk je onderwerp te isoleren van zijn omgeving en op die manier ook weinig scherptediepte te creëren. Let er echter op dat je wel al die delen van je onderwerp scherp krijgt, die je scherp wil hebben. Daarvoor zul je dus soms je diafragma iets moeten verkleinen. Je ISO pas je eigenlijk aan op je diafragma en sluitertijd. Wees er bewust van dat een te hoge ISO waarde kan leiden tot ruis in je foto.
Fotografeer je binnen, bijvoorbeeld een boeket bloemen, dan heb je te maken met hele andere omstandigheden. Geen wind is een belangrijk voordeel, maar daarentegen heb je wel kunstmatige belichting. Heb je geen studio tot je beschikking, let er dan op dat de aanwezige verlichting in je huis geen ongewenste schaduwen creëren en let ook op het invallende licht door de ramen. In deze blog ga ik er vanuit dat je buiten fotografeert, tenzij anders vermeldt.

Bokeh

Ik had het net al over de instellingen van je diafragma in relatie tot de scherptediepte. Maar je diafragma heeft invloed op nog iets, namelijk de bokeh. Bokeh drukt de kwaliteit van de onscherpte in een foto uit. Het gaat om de onscherpte die ontstaat doordat het voorwerp buiten het scherptevlak ligt. Hoe waziger je achtergrond, hoe beter de bokeh. Dat is de gangbare regel. In de voorbeelden hieronder zie je het verschil.

Foto met matige bokeh. Je ziet nog teveel van de achtergrond om het onderwerp echt te isoleren.
(ISO: 400, f-stop: 5, belichtingstijd: 1/1000 sec.)

Foto met goede bokeh. De achtergrond is egaal en het onderwerp is helemaal geïsoleerd van zijn omgeving.
(ISO: 400, f-stop: 8, belichtingstijd: 1/320 sec.)

Behalve een compleet onscherpe achtergrond wordt door fotografen ook nog iets anders beschouwd als mooie bokeh. Namelijk de ronde zachte lichtbollen die ontstaan doordat lichtpuntjes onscherp worden. Hoe verder het lichtpuntje achter je onderwerp staat, hoe groter de bol wordt. Ook de hoeveelheid millimeters heeft invloed op de grootte, waarbij de bol groter wordt als je meer millimeters gebruikt. In je macrofoto is dit effect het mooiste met natuurlijk  licht en als je het als tegenlicht in je foto gebruikt. Je kunt je compositie hierop aanpassen om het effect optimaal te benutten. Ik laat twee voorbeelden zien.

In deze macrofoto zijn de paddenstoelen duidelijk geïsoleerd van de achtergrond, maar zie je in de achtergrond prachtige ronde, grote bokeh. De paddenstoelen bevinden zich wat verder weg van de lichtpuntjes.
(ISO: 640, f-stop: 5, belichtingstijd: 1/15 sec.)

Close-up van een ijsvogel, waarbij je ziet dat de bokeh veel kleiner is. De ijsvogel bevindt zich dichter bij de lichtpuntjes en die zijn daarom kleiner. Het onderwerp is wel mooi geïsoleerd.
(ISO: 400, f-stop: 5.6, belichtingstijd: 1/320 sec.)

Compositie

Ik wijd een apart onderdeel aan compositie, omdat daar heel veel over te vertellen valt. Alvorens ik erop in ga, wil ik alvast één opmerking maken. Bij compositie is er geen goed of fout. Hoewel er een aantal basisregels zijn, kan daar ook weer gerust van afgeweken worden om een foto juist mooier/beter/interessanter/spannender te maken.

Compositie is volgens Wikipedia het ordenen van beeldelementen volgens een vooraf bepaalde strategie. Het is een poging tot creëren van orde in de chaos. Je bepaalt hiermee dus welke plek je onderwerp in de foto krijgt. De belangrijkste regel om die plaats te bepalen is de regel van derden. De regel van derden houdt in dat je het kader in negen gelijke vakken verdeelt en je onderwerp altijd op een van de lijnen plaatst en idealiter zelfs op een van de snijpunten. Bij macrofotografie wordt meestal de regel van derden toegepast.

Een andere vorm is dat je je onderwerp juist in het midden van de foto plaatst. Bij landschappen is een herkenbaar voorbeeld hiervan een weg die loopt tot aan je horizon, waarbij je de horizon in het midden van het beeld plaatst. In macrofotografie is dit minder van toepassing omdat je onderwerpen meestal dusdanig van de achtergrond isoleert dat het beeld mooier wordt als je de regel van derden aanhoudt.

Nog een belangrijk punt is dat je onderwerp altijd ‘in de foto moet komen’. Bij dieren betekent het dat je dier de foto in moet kijken, in plaats van dat hij uit de foto kijkt. Concreet betekent dit dat als je dier vanaf jou gezien naar rechts kijkt, je het dier dus links in de foto plaatst. Bij een bloem betekent dit dat als het waait en de wind komt van rechts, je onderwerp naar links waait en je de bloem dus rechts in de foto plaatst. Dit maakt het beeld voor de kijker natuurlijker en prettiger om naar te kijken.

Tot slot geldt bij dieren de stelregel dat de ogen altijd scherp moeten zijn. Stel dus scherp op de ogen.

Bij deze foto is de vlinder overduidelijk op 1/3 van de foto geplaatst. Tevens kijkt hij in de foto. In alle opzichten een foto volgens de regels dus.
(ISO: 400, f-stop: 5, belichtingstijd: 1/2500 sec.)

De tulp waait vanaf links de foto in. Omdat de tulp aardig beeldvullend is, is het niet zo erg dat hij niet exact op 1/3 staat.
(ISO: 200, f-stop: 5.6, belichtingstijd: 1/1250 sec.)

Het onderwerp is hier in het midden van de foto geplaatst, maar doordat de bloem van links in het beeld komt, geeft het toch een gevoel dat de bloem ‘in de foto groeit’. Tevens geeft de diagonale lijn een mooie verdeling.
(ISO: 320, f-stop: 4, belichtingstijd: 1/1600 sec.)

De paddenstoelen zijn op 1/3 vanaf de onderkant geplaatst, maar wel over bijna de hele breedte van de foto. Ze groeien mooi de foto in dus.
(ISO: 640, f-stop: 5, belichtingstijd: 1/10 sec.)

Nabewerking

Bij digitale fotografie is nabewerking onmisbaar. Zie het als het ontwikkelen van je foto, zoals vroeger bij analoge fotografie nodig was. Het belangrijkste bij nabewerking is dat je oneffenheden uit je foto haalt. Een vlekje op de sensor of lens, een ongewenst vlekje op je achtergrond etc. Verder kun je je compositie nog wat optimaliseren door de foto wat bij te snijden.

Om je foto nog sprekender te maken kun je de kleuren wat meer ophalen door bijvoorbeeld de verzadiging en de witbalans wat aan te passen. Je kunt ongewenste schaduwen oplichten en overbelichte delen juist wat donkerder maken. Kijk ook altijd naar de ogen van een dier, als je een dier gefotografeerd hebt. Compleet donker uitgeslagen ogen maken je foto minder sprekend omdat je het dier echt wil aankijken.
Tot slot kun je je foto nog omzetten in zwart/wit, of beter gezegd, grijswaarden. Dat is echter echt een kwestie van smaak.

Bij nabewerking kun je zover gaan als je wil. Ik ben altijd wat behoudend met nabewerken en probeer het eindresultaat zo natuurlijk mogelijk te laten lijken.

Adobe Photoshop en Lightroom zijn twee veelgebruikte programma’s om na te bewerken. Op de desktop zijn ze er alleen tegen betaling, maar voor de smartphone zijn de apps gratis met als enige kanttekening dat dan niet alle functies toegankelijk zijn. Maar, je kunt de meeste basisbewerkingen gewoon toepassen.

Wil je starten met een gratis fotobewerkingsprogramma, klik dan eens op deze link om wat opties te bekijken. De consumentenbond zette een aantal programma’s op een rijtje.

Conclusie

Ik kan nog hele verhalen schrijven over macrofotografie, over compositie etc. Ik kan heel veel voorbeelden geven. Die voorbeelden zijn ook gewoon te bekijken op mijn website onder het kopje macrofotografie in het menu. Of klik meteen door via deze link.

Macrofotografie is een heel veelzijdig onderdeel van fotografie waarin je zowel technisch bezig bent, als creatief. Ik heb door macrofotografie ook geleerd om te kijken naar de kleine dingen die ik tegen kom. Miniscule paddenstoeltjes, insecten die irritant leken maar van dichtbij prachtig zijn. Ik heb ontdekt dat er ook hele kleine vlinders bestaan en vlinders zelfs haar hebben. Je kunt er overal mee experimenteren en in elk seizoen.

Wil je meer weten, heb je vragen, op- of aanmerkingen? Neem dan contact met me op. Heb je vragen over andere zaken of heb je een ander onderwerp dat je graag besproken wil hebben? Ook dat hoor ik uiteraard graag.

Veel plezier met fotograferen!

[rd_images_gallery images=”19217,19218,19219,19220,19221,19222,19223,19224,19225″ column=”ig_col_3″]

Meer series

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.